Waar begon de industriële revolutie?

De industriële revolutie begon in 1760 en duurde tot ongeveer 1840. Het was een periode die gekenmerkt werd door een overgang naar een nieuw productieproces. De periode werd gekenmerkt door een overgang van het gebruik van handen in productie naar het gebruik van machines, toenemend gebruik van stoomkracht, efficiënte ijzerproductieprocessen en de introductie van werktuigmachines. Tijdens de Industriële Revolutie was textiel de dominante industrie en ook de eerste om deze ontwikkelde gereedschappen en productiemiddelen te gebruiken. Het markeerde een belangrijk keerpunt in de geschiedenis, waarbij bijna elk aspect van het dagelijks leven werd beïnvloed. De bevolking en het inkomen begonnen gestage groei te vertonen en de levensstandaard nam gestaag toe. Maar waar begon de industriële revolutie? En waarom is het daar begonnen?

Start van de industriële revolutie

Historici hebben de industriële revolutie in twee delen verdeeld; de eerste industriële revolutie die duurde van het midden van de 18e eeuw tot ongeveer 1830 en de tweede industriële revolutie die duurde vanaf het midden van de 19e eeuw (of zelfs het begin van de 20e eeuw). De industriële revolutie begon in Groot-Brittannië met veel van de technische innovaties die van Britse oorsprong zijn. Tegen de tijd dat dit begon, was Groot-Brittannië de leidende commerciële natie en controleerde verschillende handelsimperiums over de hele wereld, waaronder Noord-Amerika en Afrika. Het had ook grote politieke invloed op het Indiase subcontinent door de Oost-Indische Compagnie. Britse invloed in combinatie met enkele andere factoren leidde tot de start van de Industriële Revolutie.

Waarom begon de industriële revolutie in Groot-Brittannië?

Er is geen enkele reden waarom de industriële revolutie begon in Engeland. De revolutie kwam voort uit een aantal processen die zich in de loop van de tijd hadden opgebouwd. Deze factoren omvatten de beschikbaarheid van natuurlijke hulpbronnen, bevolkingsgroei, vrede en welvaart, innovatie en verlichting. Sommige van deze factoren worden hieronder besproken.

Beschikbaarheid van natuurlijke hulpbronnen: het eiland Groot-Brittannië is rijk aan natuurlijke hulpbronnen zoals ijzer en steenkool die van vitaal belang waren voor de industriële revolutie. De afzettingen van steenkool en ijzer waren essentieel voor de ontwikkeling van nieuwe machines. IJzer was het belangrijkste materiaal dat werd gebruikt bij het maken van machines, terwijl steenkool werd gebruikt om de stoommachines van stroom te voorzien. Omdat de Britten geen ijzer en steenkool hoefden in te voeren, had de economie geen tekort.

Landbouwrevolutie: de economie van Groot-Brittannië was gebaseerd op landbouw die ook in de lift was. Door de hoge landbouwproductiviteit was er voldoende voedsel voor de Britse bevolking. De beschikbaarheid van voedsel leidde tot een toegenomen bevolking, die op zijn beurt voldoende arbeid opleverde. Omdat de landbouw de ruggengraat van de economie was, begonnen mensen experimenten uit te voeren met als doel landbouwtechnieken te verbeteren.

Bevaarbare waterwegen: de beschikbaarheid van bevaarbare waterwegen zoals kanalen en rivieren vergemakkelijkte het snelle transport van grondstoffen en gereed product. De transportkosten werden ook aanzienlijk verlaagd en bereikbaarheid van de afgelegen delen van het land mogelijk gemaakt.

Wetenschappelijke revolutie: de industriële revolutie heeft veel van zijn succes te danken aan verlichting en de wetenschappelijke revolutie. Ambachtslieden en wetenschappers werden altijd uitgedaagd om wetenschappelijk denken en innoveren te gebruiken bij het aanpakken van mechanische en technologische uitdagingen. De noodzaak om het werk gemakkelijker en sneller te laten laten aan veel innovaties die van cruciaal belang waren in de industriële revolutie.